Opinie, verschenen in de Leeuwarder Courant van 1 augustus 2025 (link)
Zou Lichtenvoorde ook in Fryslân kunnen liggen? Die gedachte kwam op, terugrijdend van de Zwarte Cross, richting noorden. De druk was vooraf groot: de Cross zou te commercieel zijn. Én was als een dramatisch gevolg in handen gekomen van een foute buitenlandse investeerder. Artiesten als Goldband, Hang Youth en Youp van ’t Hek cancelden het festival vooraf om ‘een beweging’ in te zetten. Toch flikte de organisatie het weer: topcultuur bieden in een plattelandsregio, voor een breed en groot publiek. En ik dacht aan de recente nieuwsberichten over Friese theaters en festivalvergunningen.
De ophef was groot: het moederbedrijf achter het festival zou investeren in Israëlische militaire onderdelen. Dezelfde morele verontwaardiging die overigens uitbleef toen ABP – het pensioenfonds van keurige mensen als ambtenaren en leraren - zijn geld stalde bij wapendeals in Saoedi-Arabië, Jemen en Myanmar. Toen hield niemand z’n kinderen massaal thuis van school. Zo vinden we onderwijs, net als cultuur eigenlijk, een verdomd belangrijk gegeven. En dus ging de Zwarte Cross gewoon door. Zo goed als uitverkocht en zal gewoon weer in 2026 plaatsvinden.
Zou dit ook niet in plattelandsregio Fryslân kunnen? Waar tekorten zijn bij cultuurinstellingen zijn, de Koornbeurs in Franeker. En de stand still in Leeuwarder Groene Ster. Waar het concept Welcome To The Village naar subsidieverstrekkers toe werd geschreven. Door een vriendenclubje zonder band met de directe omgeving, getuige de juridische strijd vanuit de mienskip en het ontbreken van massale protesten van groepen festivalgangers als tegenbeweging. Niet zoals bij de Zwarte Cross, die, getrapt, zijn sleutels inleverde bij het mondiale bedrijfsleven. Maar ik zag als bezoeker ook de Dokkumer Beerenburgmaker, naast de Friese dropmaker uit Jirnsum, naast de Oost-Nederlandse bierbrouwer en een merk voor een ondefinieerbaar alcoholisch drankje dat op spa rood met een smaakje lijkt, maar enorm populair is bij Gen Z. En het smeermiddel voor piepend gereedschap, kaas uit een Noord-Hollandse polder en Sense – Veilig Vrijen waren óók nadrukkelijk aanwezig. Slimme verbindingen, passend bij de identiteit, het verhaal van de Zwarte Cross. Zo zijn bedrijven nodig om elkaar te helpen.
Tegelijk zie ik hoop in Fryslân. Nieuwe cultuurinitiatieven, zoals Surhuizum Open Air, Deinum Open Air, Bietpicknick Nije Bildtdijk, Mukpop in Jorwert, Hjoed yn it Park in Franeker en MestFest Warten. Kleine Zwarte Crossjes, gebouwd op vrijwilligers, lokaal ondernemerschap. Ze programmeren aanstormend talent, zonder eerst naar een subsidieformulier te grijpen. Ze doen het gewoon. Met verbeeldingskracht. Misschien ligt Lichtenvoorde dus allang in Fryslân. Niet als festival, maar als houding dat cultuur ontstaat waar mensen iets willen maken, samen, zonder zeker te weten of het vooraf lukt. Zonder vooraf de stellingen te betrekken. De subsidierelatie centraal te stellen voor de toekomst. Zodat het onverwachte mag gebeuren.
De recente Zwarte Cross raakte een onderstroom. De wereld is misschien dan wel verrot, maar daarom is cultuur nodig. De zelfspot rond Tante Rikie, maakte de Cross groot. Dat zagen we toen niet Goldband, maar ‘Orgel’ Joke Meijer-Wapenaar op het hoofdpodium stond. Beroemd tijdens corona. Verrassend stapte Willeke Alberti naast haar op de bühne. Ook al met de zachte kracht van een oermoeder. Vrouwen die verder gaan dan de status quo. Ze riepen op tot ‘samen zijn’. Zwarte Cross, je was geweldig. Je flikte het weer. Je inspireerde. Voor succesvolle, duurzame, cultuur in een plattelandsregio. Sterker dan de sterkste storm - Gekleurder dan 't grauwe om je heen.
Reacties
Een reactie posten