Steeds vaker dwalen mijn gedachten de laatste tijd af naar acht jaar terug. Als inmiddels erkend broekie, afreizen naar Australië. Toen voelde ik me natuurlijk heel wat. En ach, ik dééd het…..
Flarden worden steeds helderder de laatste weken. Het vliegtuig naar Londen, overstappen op Qantas. One night in Bangkok. R. die als een sloerie stond te stunten op Kings Cross. De Dove dagcréme, die per se mee moest naar dat droge land. Scar Tissue op Coogee Beach. En flessen lenzen vloeistof naast platgedrukte choco taai in de nieuwe backpack van 75 liter.
Nee, ik voel geen gevoel van weemoed. Eerder trots en verhevenheid. Een mastercard gevoel.
En ik weet hoe het komt. Door de Brabo’s, van die mensen met harde gezichtslijnen en zachte G’s die regelmatig mijn pad kruisen. In de stoptrein naar Geldermalsen, Culemborg,‘s Hertogenbosch. Op de bushalte in Tilburg. Medestudenten (van rond mijn leeftijd) uit het Brabantse. Oss en Eindhoven. Voor de duvel niet benauwd. En vol wil en vertrouwen.
Gister zat ik mijn kwalitijd te pakken op het dakterras van de V&D in het Den Bosch. Daar waar de cappuccino en de truffelsoep even duur zijn als in Leeuwarden maar ze met het uitzicht op de Sint Jan net iets beter smaken. Waar ik met opgedirkte dames van ver voorbij de houdbaarheidsdatum net genoot van de herfstzon en de middag snack. En terwijl de plamuurtantes stug Brabants door babbelden, sloot ik mijn ogen en verdween ik naar het Brabant wat ik als 19 jarige Fries voor ogen had. Gevoed door de frisse en welwillende mede backpackers, voor de duvel niet benauwd, moest dat de gemoedelijkheid zijn, de haksel mais, brunettes, Gothische kerken met dito madonna’s, kwaliteit bier, kapperszaken en varkensboeren.
Kleine dorpjes met kleine lichtjes die schitteren tussen de aanwezige bossen en bosjes. Waar iedereen niet moeilijk doet. Waar de kroeg bijna een herberg is. Een lach en een traan dichtbij elkaar liggen en zodoende (wellicht) de zeden niet zo nauw worden genomen. Helaas kon ik er niet veel van oppikken, toen. Ik heb een herkansing gepakt.
Flarden worden steeds helderder de laatste weken. Het vliegtuig naar Londen, overstappen op Qantas. One night in Bangkok. R. die als een sloerie stond te stunten op Kings Cross. De Dove dagcréme, die per se mee moest naar dat droge land. Scar Tissue op Coogee Beach. En flessen lenzen vloeistof naast platgedrukte choco taai in de nieuwe backpack van 75 liter.
En ik weet hoe het komt. Door de Brabo’s, van die mensen met harde gezichtslijnen en zachte G’s die regelmatig mijn pad kruisen. In de stoptrein naar Geldermalsen, Culemborg,‘s Hertogenbosch. Op de bushalte in Tilburg. Medestudenten (van rond mijn leeftijd) uit het Brabantse. Oss en Eindhoven. Voor de duvel niet benauwd. En vol wil en vertrouwen.
Gister zat ik mijn kwalitijd te pakken op het dakterras van de V&D in het Den Bosch. Daar waar de cappuccino en de truffelsoep even duur zijn als in Leeuwarden maar ze met het uitzicht op de Sint Jan net iets beter smaken. Waar ik met opgedirkte dames van ver voorbij de houdbaarheidsdatum net genoot van de herfstzon en de middag snack. En terwijl de plamuurtantes stug Brabants door babbelden, sloot ik mijn ogen en verdween ik naar het Brabant wat ik als 19 jarige Fries voor ogen had. Gevoed door de frisse en welwillende mede backpackers, voor de duvel niet benauwd, moest dat de gemoedelijkheid zijn, de haksel mais, brunettes, Gothische kerken met dito madonna’s, kwaliteit bier, kapperszaken en varkensboeren.
Kleine dorpjes met kleine lichtjes die schitteren tussen de aanwezige bossen en bosjes. Waar iedereen niet moeilijk doet. Waar de kroeg bijna een herberg is. Een lach en een traan dichtbij elkaar liggen en zodoende (wellicht) de zeden niet zo nauw worden genomen. Helaas kon ik er niet veel van oppikken, toen. Ik heb een herkansing gepakt.
Reacties
Een reactie posten