"Ja, jullie spelen in de poppenhoek, hè?!"
De woorden drukken als een echo, de seconden na het gezegde, tegen het toch al dunne membraan in mijn hersenhelft waar de Pabo herinneringen zich verschuilen.
"………..in de poppenhoek….."
Ja, écht! Ik zei het.
Nog langer stil blijven staan bij de situatie werd me onmogelijk gemaakt door de een blond kleuterdreumesje met snottebel, die mij d’r klei-oliebol wilde laten zien. Ik had net nog een rijmvers gezongen en nu ik het woord poppenhoek over mijn lippen voel rollen, besef ik me pas welke faux pas ik maak in mijn zorgvuldig uitgekiende loopbaan keuze.
Ik, ja wel, ík ben de meester van een kleuterklas. Als betaalde baan dan. Niet uit piëteit.
Mijn opgepoetste arbeidsmoraal brengt mij de laatste tijd zowaar overal in de provincie Utrecht. Vaak tref ik dan kinderen zonder stadse fratsen. Vrolijke forensenkinderen die ik, door middel van mijn enthousiasme, iets kan vertellen over Friesland en een klein beetje over Australië. En dat we eerlijk moeten delen en dat de moslims in Kanaleneiland niet bijten.
Goed, goed. Zo’n dag als vandaag beleef ik niet vaak. De kleiende kinderen, de kleuters in de poppenhoek en die gastjes die me tijdens het buiten spelen achterop hun trapkar namen, dwongen me om even stil te staan. Waar ben ik in hemelsnaam beland?
Gelukkig, als ik door oud Nieuwegein terug naar de bus loop, weet ik dat er geen reden voor zorgen is. De schoorsteen rookte vandaag weer en morgen ook. Mijn tentamens journalistiek behaalde ik succesvol, tot zover ik het zelf kan beoordelen en ik ben voldoende journalistiek geïnspireerd om binnenkort afstand te doen van poppenhoeken en prentenboeken.
Nee, de kinderen op de foto zijn niet die uit Nieuwegein
De woorden drukken als een echo, de seconden na het gezegde, tegen het toch al dunne membraan in mijn hersenhelft waar de Pabo herinneringen zich verschuilen.
"………..in de poppenhoek….."
Ja, écht! Ik zei het.
Nog langer stil blijven staan bij de situatie werd me onmogelijk gemaakt door de een blond kleuterdreumesje met snottebel, die mij d’r klei-oliebol wilde laten zien. Ik had net nog een rijmvers gezongen en nu ik het woord poppenhoek over mijn lippen voel rollen, besef ik me pas welke faux pas ik maak in mijn zorgvuldig uitgekiende loopbaan keuze.
Ik, ja wel, ík ben de meester van een kleuterklas. Als betaalde baan dan. Niet uit piëteit.
Mijn opgepoetste arbeidsmoraal brengt mij de laatste tijd zowaar overal in de provincie Utrecht. Vaak tref ik dan kinderen zonder stadse fratsen. Vrolijke forensenkinderen die ik, door middel van mijn enthousiasme, iets kan vertellen over Friesland en een klein beetje over Australië. En dat we eerlijk moeten delen en dat de moslims in Kanaleneiland niet bijten.
Goed, goed. Zo’n dag als vandaag beleef ik niet vaak. De kleiende kinderen, de kleuters in de poppenhoek en die gastjes die me tijdens het buiten spelen achterop hun trapkar namen, dwongen me om even stil te staan. Waar ben ik in hemelsnaam beland?
Gelukkig, als ik door oud Nieuwegein terug naar de bus loop, weet ik dat er geen reden voor zorgen is. De schoorsteen rookte vandaag weer en morgen ook. Mijn tentamens journalistiek behaalde ik succesvol, tot zover ik het zelf kan beoordelen en ik ben voldoende journalistiek geïnspireerd om binnenkort afstand te doen van poppenhoeken en prentenboeken.
Nee, de kinderen op de foto zijn niet die uit Nieuwegein
Reacties
Een reactie posten