In Houten sta ik op een geïmproviseerd station op de trein naar Tilburg-West te wachten. Zo net heb ik de schooldeur achter me dicht getrokken: ik ben na een bewogen middag klaar met werken en richt me op de studie die ik deze avond weer gaan volgen. Met mijn hoofd vol moe makende gedachten en prikkelende flash backs, schuif ik in een drukke coupé met mensen die het gezicht ook op moe en ‘ga geen gesprek met me aan’ hebben staan.

Daar zit ook L. Medestudent en altijd ergens ver voorin in de stoptrein geposteerd. Wij kletsen wel en dan doen we ook vaak en origineel. Tijdens eerdere treinreizen bemoeien zelf jongentjes, die een avondstudie kok doen, met onze onderwerpen en dat accepteren we. Blijkbaar behandelen we interessante dingen. Ik ga schuin tegenover L. zitten en de vierzitter is daarmee vol.
Ik zeg dat ik trek heb, L. is alleen moe. Als we beide opbiechten dat het weer een werkdag was om snel te vergeten, draait er een meneer die verder op zit zijn oor een beetje in onze richting. L. is net iets minder fris en kapt het klaaggesprek netjes af, ik duik in een oude NRC. Onze hoofden krijgen rust en ik dommel in totdat L. mij aanstoot. Een quiche prijkt op zijn schoot en ik mag een stukje. "Nee dank je" zeg ik, terwijl ik wel trek heb. Nadat ik ooit een hartige taart met zeepsmaak proefde, hoef ik het etenswaar wat rijkelijk met ei gevuld is niet meer. Omdat we er bijna zijn en ik nieuwsgierig ben naar het diner van L. lees ik de verpakking die ik uit zijn tas vis.
L. begint al uit te leggen dat de quiche niet van de AH komt en dat deze broccoli-spekjes quiche een van het huismerk is van de C1000. Dat het bovendien geen slechte keuze is om een quiche op te eten is in de trein, omdat een maaltijd salade zo ongemakkelijk eet en brood ook maar brood is. En dat het best wel voedingswaarde heeft. En ik zie dat het hem smaakt en hem tot de laatste kruimel op eet, zo net voordat we uitstappen. Wat een quiche wel niet kan doen. Het tovert een dikke glimlach op zijn gezicht.
"Ik ben blij dat ik ‘m af heb geslagen, hij moet eerst 20 minuten in de oven" grap ik terwijl L. het aluminium bodempje dubbelvouwt en weggooit. Ik laat hem de verpakking zien, waar duidelijk een magnetronsymbool op staat.
"Als ik maar geen buikgriep krijg" oppert L. die direct zegt dat het goed smaakte. "Zou het voorgekookt zijn?" vraagt hij zich af terwijl ik kotsnijgingen krijg van het samenspel van spekjes en geklopte ei en broccoli in een kookpan. We zijn op het station in Tilburg. We staan op. De jongen tegenover me gniffelt stiekem en ik wens hem nog een prettige reis toe.

Daar zit ook L. Medestudent en altijd ergens ver voorin in de stoptrein geposteerd. Wij kletsen wel en dan doen we ook vaak en origineel. Tijdens eerdere treinreizen bemoeien zelf jongentjes, die een avondstudie kok doen, met onze onderwerpen en dat accepteren we. Blijkbaar behandelen we interessante dingen. Ik ga schuin tegenover L. zitten en de vierzitter is daarmee vol.
Ik zeg dat ik trek heb, L. is alleen moe. Als we beide opbiechten dat het weer een werkdag was om snel te vergeten, draait er een meneer die verder op zit zijn oor een beetje in onze richting. L. is net iets minder fris en kapt het klaaggesprek netjes af, ik duik in een oude NRC. Onze hoofden krijgen rust en ik dommel in totdat L. mij aanstoot. Een quiche prijkt op zijn schoot en ik mag een stukje. "Nee dank je" zeg ik, terwijl ik wel trek heb. Nadat ik ooit een hartige taart met zeepsmaak proefde, hoef ik het etenswaar wat rijkelijk met ei gevuld is niet meer. Omdat we er bijna zijn en ik nieuwsgierig ben naar het diner van L. lees ik de verpakking die ik uit zijn tas vis.
L. begint al uit te leggen dat de quiche niet van de AH komt en dat deze broccoli-spekjes quiche een van het huismerk is van de C1000. Dat het bovendien geen slechte keuze is om een quiche op te eten is in de trein, omdat een maaltijd salade zo ongemakkelijk eet en brood ook maar brood is. En dat het best wel voedingswaarde heeft. En ik zie dat het hem smaakt en hem tot de laatste kruimel op eet, zo net voordat we uitstappen. Wat een quiche wel niet kan doen. Het tovert een dikke glimlach op zijn gezicht.
"Ik ben blij dat ik ‘m af heb geslagen, hij moet eerst 20 minuten in de oven" grap ik terwijl L. het aluminium bodempje dubbelvouwt en weggooit. Ik laat hem de verpakking zien, waar duidelijk een magnetronsymbool op staat.
"Als ik maar geen buikgriep krijg" oppert L. die direct zegt dat het goed smaakte. "Zou het voorgekookt zijn?" vraagt hij zich af terwijl ik kotsnijgingen krijg van het samenspel van spekjes en geklopte ei en broccoli in een kookpan. We zijn op het station in Tilburg. We staan op. De jongen tegenover me gniffelt stiekem en ik wens hem nog een prettige reis toe.
Reacties
Een reactie posten