We reden de Baarderadeeltocht. Niet dat deze schaatstocht werd uitgeschreven, maar we reden toch de hierbij behorende kilometers over de vaarten en sloten in midden Fryslân. Thuis een begrip.
Er is een kleine en een groter 'Baarderadieltocht'. De grote Baaderadeeltocht van 65 km is één van de vele opwarmertjes als je later wat langer wil schaatsen. Denk aan de Elfmerentocht, de Noorderrondrit, de 100 van Eernewoude, etc. Ik noem het E-woord maar even niet. Ik reed met familieleden.
Het was in vele opzichten historisch, niet alleen omdat ik 55 km reed zonder fatsoenlijke voorbereiding. Ook omdat we ons bewogen over het bevroren water, tussen weilanden en (kleine) dorpjes waar je anders nooit komt. Het is een wijds oud landschap, met oude prielen en slenken en waar de ruimte onderbroken wordt door terpdorpjes, met kerktorens en bruggetjes. Schuren en boomsingels.
Zo raakten we woensdagmiddag op plekjes waar ik nog nooit was geweest. Op oude vaarten waar vroeger nog pramen met melkbussen voeren, beurtschippertjes eeuwen geleden hun geld verdienen en slootjes die je blijkbaar in moest, om de Baarderadeeltocht te voltooien. Baarderadeel is ook een vervlogen naam. Eentje die alleen met sterk ijs weer om het hoekje komt kijken. De voormalige gemeente is opgegaan in de grotere gemeente Littenseradeel.
En toch, we reden de smalle schaatsensporen achterna die zichtbaar werden door eerdere schaatsers die het maagdelijke wit vorm gaven. Zonder dat er borden waren en hoe klein de sloten ook waren: er waren mensen voor ons geweest. Een oerinstinct moet het zijn, een gezamenlijk geheugen dat gedurende 15 jaar ijsvrij weer wakker werd. Hier links af, dan een paar bochten, een brug en dan rechtsaf. Het meest verwonderlijke was wel dat we een drietal keer moesten klúnen als deel van de tocht, ongeacht de ijsdikte. Het moest gewoon. Het hoorde er bij.
Het gaf richting en bracht ons thuis.En ik moest terugdenken aan de Aboriginals die in West-Australië klaagden dat hun kinderen te maken kregen met cultuurverlies. Dat er geen overdracht meer was, teveel afleiding. Wat mag je nog wel uit de natuur eten, hoe zitten familiebanden in elkaar, hoe vind je de weg. Het was dan op deze woensdagmiddag ook historisch: we weten nu de weg ook, tussen deze kleine terpdorpjes, met de hoge boerderijen. "Die woont daar, en die woont hier". De wereld van de andere kant bekijken.
Ook dat is cultuur. Het is dat we niet meer zo veel koude winters hebben, maar toch is de informatie essentieel. Cultuuroverdracht, dat was het ook deze woensdag. En het kostte niet eens wat. Alleen zure benen op de donderdag.
Er is een kleine en een groter 'Baarderadieltocht'. De grote Baaderadeeltocht van 65 km is één van de vele opwarmertjes als je later wat langer wil schaatsen. Denk aan de Elfmerentocht, de Noorderrondrit, de 100 van Eernewoude, etc. Ik noem het E-woord maar even niet. Ik reed met familieleden.
Het was in vele opzichten historisch, niet alleen omdat ik 55 km reed zonder fatsoenlijke voorbereiding. Ook omdat we ons bewogen over het bevroren water, tussen weilanden en (kleine) dorpjes waar je anders nooit komt. Het is een wijds oud landschap, met oude prielen en slenken en waar de ruimte onderbroken wordt door terpdorpjes, met kerktorens en bruggetjes. Schuren en boomsingels.
Zo raakten we woensdagmiddag op plekjes waar ik nog nooit was geweest. Op oude vaarten waar vroeger nog pramen met melkbussen voeren, beurtschippertjes eeuwen geleden hun geld verdienen en slootjes die je blijkbaar in moest, om de Baarderadeeltocht te voltooien. Baarderadeel is ook een vervlogen naam. Eentje die alleen met sterk ijs weer om het hoekje komt kijken. De voormalige gemeente is opgegaan in de grotere gemeente Littenseradeel.
En toch, we reden de smalle schaatsensporen achterna die zichtbaar werden door eerdere schaatsers die het maagdelijke wit vorm gaven. Zonder dat er borden waren en hoe klein de sloten ook waren: er waren mensen voor ons geweest. Een oerinstinct moet het zijn, een gezamenlijk geheugen dat gedurende 15 jaar ijsvrij weer wakker werd. Hier links af, dan een paar bochten, een brug en dan rechtsaf. Het meest verwonderlijke was wel dat we een drietal keer moesten klúnen als deel van de tocht, ongeacht de ijsdikte. Het moest gewoon. Het hoorde er bij.
Het gaf richting en bracht ons thuis.En ik moest terugdenken aan de Aboriginals die in West-Australië klaagden dat hun kinderen te maken kregen met cultuurverlies. Dat er geen overdracht meer was, teveel afleiding. Wat mag je nog wel uit de natuur eten, hoe zitten familiebanden in elkaar, hoe vind je de weg. Het was dan op deze woensdagmiddag ook historisch: we weten nu de weg ook, tussen deze kleine terpdorpjes, met de hoge boerderijen. "Die woont daar, en die woont hier". De wereld van de andere kant bekijken.
Ook dat is cultuur. Het is dat we niet meer zo veel koude winters hebben, maar toch is de informatie essentieel. Cultuuroverdracht, dat was het ook deze woensdag. En het kostte niet eens wat. Alleen zure benen op de donderdag.
Reacties
Een reactie posten