In de rij

Ik zet mijn benen iets uit elkaar zodat iedereen kan zien dat ik, op gepaste afstand, als eerstvolgende (!), wacht in de rij. Nou ja rij, er zijn twee kassa's van de boekhandel bezet en omdat er verder niemand wacht, geef ik het signaal: ik heb geduld en dring niet aan. Althans, dat denk ik dan.



In viste een klein Moleskinboekje uit het rek, dat achterin de winkel staat. Het wemelt van ideeën in mijn dagelijkse leven en soms zitten er grappige momenten tussen: opschrijven dus! Met een grote Northface camp duffel op mijn rug en een doorzichtig tasje met daarin twee net gekochte LP's (Men at Work & U2), bekijk ik de inpakvaardigheden van twee boekhandelmedewerkers.

Nu is de kassadesk een beetje scheef gebouwd, oftwel diagonaal. Als je er voor staat, is de afstand tussen de linker buurkassa iets verder vanaf jouw wachtplek dan de rechter. En steeds verder links is er nog wat meer diepgang te vinden. Dat moet ik achteraf toegeven. Maar niet veel, de zes kassabalies schuiven zo'n 30 cm per kassa op naar achteren.

Ik sta in het midden voor kassa 3 en 4, die als enige twee open zijn. Het is rustig in de winkel die met een faillissement wordt bedreigd. Bij kassa 3 laat een oud dametje met zwarte lippenstift een boek inpakken en ze kwebbelt vrolijk met de medewerkster. Bij kassa 4 staat een troepje meiden, dat een boekenbon netjes laat inpakken door een knappe boekenwinkeljongen. Hij vouwt het inpakpapier zo mooi, dat ik ook alle vouwbewegingen volg. Totdat er links langs mij een dame en een heer glippen. Ze stappen, toch niet echt weifeld, af op de kassa 3 af waar het lippenstiftomaatje nog druk kletst: haar boek is nog niet ingepakt en ze moet nog betalen.

"Ja" zeg ik. En dan begripvol en mét oog voor de sneaky inhaalactie van het duo: "Ik weet ook niet wie als eerste klaar is, daarom ben ik hier maar even in de rij gaan staan."De dame (grijs, modern kort geknipt haar, boven wat langer, met tanden die meekleuren met de tijd) kijkt of ze water ziet branden.

Ook de heer met een modieuze bril en een slordig bijgehouden snor met de neus een tikkie omhoog (haar man, geen twijfel), kijkt op een manier, waaruit blijkt dat het stel niet gewend is om op het eigen gedrag te worden aangesproken. Ze blijven een beetje halverwege staan, voor de kassa met de oma. Het was volgens mij duidelijk dat ik aan het wachten ben. In een fractie van de volgende seconde begrijp ik dat de dame en de heer bewust voorsorteren bij kassa 3, mij als wachtende negeren en nu 'gesnapt' zijn door een medewinkelier die ook wil afrekenen. "Oh" zegt de dame van tegen de zestig met het slechte gebit een beetje verbaasd.

En omdat ik niet op mijn mondje ben gevallen, vervolg ik: "we zullen even moeten wachten en ik ben de eerst volgende."
De daarop volgende stilte is tergend. Ik vermoed dat de handige inpakjongen als enige in de boekhandel het schouwspel, de dialoog, heeft opgepikt. Mrs. Lippenstift betaalt met de pin. De meiden contant en lopen weg. Zodat ik aansluit bij kassa 4.

"Nou, nu heb je jouw zin, jij bent aan de beurt..." zegt de brildragende heer, die enkele boekjes in zijn handen heeft, met een poging om afgunst te vermijden maar toch de gunfactor uit te sluiten. Hij heeft er even op moeten wachten om mij deze woorden toe te bijten, merk ik wel.

"Mijn generatie is niet meer zo individualistisch ingesteld" stel ik terug. Waardoor er bij de dame een soort van kernexplosie intern plaats vindt. Ze zoekt naar woorden.
"Wij zijn van de flowerpower generatie, hé?!" zegt zij plotseling, haar zelf verdedigend. Manlief staat even perplex.

"Dat bedoel ik" zeg ik, proberende mijn eerdere opmerking kracht bij te zetten. Ik reken mijn moleskinboekje af en knipoog naar de handige inpakjongen.

NB. Lief flowerpowderduo (mocht u dit lezen, uiteraard!): ook als mensen, jong of oud, in een drukke trein hun tas neerleggen op de stoel naast hen, trek ik mijn mond open.
Dat vind ik zo asociaal. In een beschaving kun je heus mondeling communiceren dat je even voordringt of een medereiziger in het openbaar vervoer niet naast je wenst.

Reacties