Precies twintig jaar geleden stond ik bovenop een picknicktafel in hartje Sydney. Tegenover het Operahouse en naast de Harbour bridge. Het grootste vuurwerk dat ik tot de dag van vandaag zou zien brak los. En ik belde met Nederland: ‘er is géén Milleniumbug!’
Naast mij stonden Ierse, Koreaanse en Canadese collega’s van mijn Australische job. Ik was 19 jaar en Fries, boerenzoon, nog zonder diploma. Maar in een wereldstad verbonden met duizenden om mij heen en wist: als dit kan, dan kan er meer! En zo kwam ik in 2000 terug. Met een open en veel bredere kijk op het leven. Vol met levenslust. Met vertrouwen. En ik ben gaan leven.
Met de verschrikkelijke branden rond Sydney kan ik moeilijk niét denken aan 31 december 1999. Als ik nu, twintig jaar later, besef hoe snel die twee decennia voorbij zijn gevlogen zeg ik tegen mezelf: en je lééfde!
Inmiddels twintig jaar na die picknicktafel ben ik geëmigreerd. En vier ik straks nieuwjaar op een groot terras in België. Achter mijn huis, met een Hottub, vrienden een kampvuur en een bos. En eerlijk gezegd is er in wezen niet veel veranderd.
Met dank aan 2019. Het jaar dat ik koos om terug te gaan naar de essentie. Naar vertrouwen, levenslust en liefde. Liefde vóór het leven. Dit is geen kleffe bende, maar nadrukkelijk een keuze tegen angst, boosheid en wantrouwen. Vooral geen mensen om mij heen die zo in elkaar steken. Want: het hoeft niet. Het is een keuze. En een hele slechte.
2019 was ook de zichtbare structurele fout in Nederland. Alsof die millenniumbug er, via een omweg, toch is gekomen. Ik denk dan aan boze gele hesjes die in Ruttes Torentje weigeren een hand te geven. Van trekkers en leraren op het Malieveld. Van blauw geslagen ogen bij waakzame burgers, nadat kl*te kinderen te vroeg vuurwerk afsteken. Of de lhtbi-kinderen die zijn verstoten door gezin en omgeving vanwege de haatcultuur rond de Nashvilleverklaring. Nederland als bang land waar vaak geen plek is voor een ander, de andere. Waar de uitzondering gezien wordt als niet efficiënt, waar de uitzondering een probleem wordt als die zich niet voegt naar een heersende norm.
Ik ben een optimist, maar ik denk niet dat het nieuwe jaar zoveel beter wordt. Omdat de ellende zo sluipende wijs op kwam. Vaak als een verrassing. Een krankzinnig dieptepunt was afgelopen juli. Eentje die persoonlijk verbazing opriep. Want ik dacht dat het dus een grap was.
Dus écht een grap. Maar de ophef rond het bordje ‘Allahs Afbakbar’ op de Zwarte Cross was bloedserieus. Een bordje boven een tostibar. Met een door gewiekste slachtofferdenkers geplaatste verwijzing naar andere festivalkreten, zoals ‘apartigheid’ en ‘kleuring’. Die Achterhoekse boeren moesten wel racisten zijn. En een rapper die optrad op de Cross verklaarde publieke spijt dat ‘ie net optrad. Omdat de witte festivalganger hem discrimineerde.
Dit was geen belediging, of discriminatie. Nog het oproepen tot geweld. Het. Was. Satire.
Samen lachen kan blijkbaar niet zonder dat er een op voorhand gekwetste boomer/ social justice warrior/ activist/ deuger stennis gaat schoppen. Landelijke media dreigt in te zetten, of sponsoren gaat claimen zodat ze zich terugtrekken. Of er nu wel of geen probleem is. De aandacht telt en de slachtofferrol is hier het middel. Gelukkig had Hans Teeuwen een antwoord.
Daar denk ik nu aan. Dat er twee decennia op persoonlijk vlak zoveel moois en goeds gebeurd is. Door er uit te trekken, voorbij de horizon te blijven kijken, met vertrouwen nieuwe mensen te ontmoeten, in nieuwe situaties te raken. Omdat ik koos voor waarachtigheid. Niet bang zijn, voor het juiste. "Ik zie het wel..."
Die onbevangenheid in 2000, daar verlang ik naar. Ik ben een optimist. Zo is de sprankeling de afgelopen tien, twintig jaar niet gekomen vanuit de politiek. Uit instanties, of leiders. De inspiratie voor de toekomst kwam niet vanuit de lieden 'met visie', van veranderdeskundigen en strategische beleidsbepalers. Ook niet van de senior consultants of spindoctors.
Als er een glimlach werd getoverd, een sprankje hoop, een onderhuidse verliefdheid die leidden tot een ongezien sprongetje van blijdschap, dan kwam het van de dwarsliggers uit de kunsten. De creatievelingen, de artiesten. De muzikant. Juf Ank. De abnormalen. Kasteelverbouwers.
Was 2019 de keuze voor liefde en geen angst, 2020 is voor mij magie. Dat waarheid niet altijd zichtbaar is maar wel kan bestaan. Dat iets niet te zien is, maar toch waar kan zijn.
Ik keek kort geleden dit filmpje van Pinkpop 2000 terug. Ik was er niet bij aanwezig. Toch pakken die beelden die onbevangenheid van twintig jaar geleden.
Naast mij stonden Ierse, Koreaanse en Canadese collega’s van mijn Australische job. Ik was 19 jaar en Fries, boerenzoon, nog zonder diploma. Maar in een wereldstad verbonden met duizenden om mij heen en wist: als dit kan, dan kan er meer! En zo kwam ik in 2000 terug. Met een open en veel bredere kijk op het leven. Vol met levenslust. Met vertrouwen. En ik ben gaan leven.
Met de verschrikkelijke branden rond Sydney kan ik moeilijk niét denken aan 31 december 1999. Als ik nu, twintig jaar later, besef hoe snel die twee decennia voorbij zijn gevlogen zeg ik tegen mezelf: en je lééfde!
Inmiddels twintig jaar na die picknicktafel ben ik geëmigreerd. En vier ik straks nieuwjaar op een groot terras in België. Achter mijn huis, met een Hottub, vrienden een kampvuur en een bos. En eerlijk gezegd is er in wezen niet veel veranderd.
Met dank aan 2019. Het jaar dat ik koos om terug te gaan naar de essentie. Naar vertrouwen, levenslust en liefde. Liefde vóór het leven. Dit is geen kleffe bende, maar nadrukkelijk een keuze tegen angst, boosheid en wantrouwen. Vooral geen mensen om mij heen die zo in elkaar steken. Want: het hoeft niet. Het is een keuze. En een hele slechte.
2019 was ook de zichtbare structurele fout in Nederland. Alsof die millenniumbug er, via een omweg, toch is gekomen. Ik denk dan aan boze gele hesjes die in Ruttes Torentje weigeren een hand te geven. Van trekkers en leraren op het Malieveld. Van blauw geslagen ogen bij waakzame burgers, nadat kl*te kinderen te vroeg vuurwerk afsteken. Of de lhtbi-kinderen die zijn verstoten door gezin en omgeving vanwege de haatcultuur rond de Nashvilleverklaring. Nederland als bang land waar vaak geen plek is voor een ander, de andere. Waar de uitzondering gezien wordt als niet efficiënt, waar de uitzondering een probleem wordt als die zich niet voegt naar een heersende norm.
Ik ben een optimist, maar ik denk niet dat het nieuwe jaar zoveel beter wordt. Omdat de ellende zo sluipende wijs op kwam. Vaak als een verrassing. Een krankzinnig dieptepunt was afgelopen juli. Eentje die persoonlijk verbazing opriep. Want ik dacht dat het dus een grap was.
Dus écht een grap. Maar de ophef rond het bordje ‘Allahs Afbakbar’ op de Zwarte Cross was bloedserieus. Een bordje boven een tostibar. Met een door gewiekste slachtofferdenkers geplaatste verwijzing naar andere festivalkreten, zoals ‘apartigheid’ en ‘kleuring’. Die Achterhoekse boeren moesten wel racisten zijn. En een rapper die optrad op de Cross verklaarde publieke spijt dat ‘ie net optrad. Omdat de witte festivalganger hem discrimineerde.
Dit was geen belediging, of discriminatie. Nog het oproepen tot geweld. Het. Was. Satire.
Samen lachen kan blijkbaar niet zonder dat er een op voorhand gekwetste boomer/ social justice warrior/ activist/ deuger stennis gaat schoppen. Landelijke media dreigt in te zetten, of sponsoren gaat claimen zodat ze zich terugtrekken. Of er nu wel of geen probleem is. De aandacht telt en de slachtofferrol is hier het middel. Gelukkig had Hans Teeuwen een antwoord.
Daar denk ik nu aan. Dat er twee decennia op persoonlijk vlak zoveel moois en goeds gebeurd is. Door er uit te trekken, voorbij de horizon te blijven kijken, met vertrouwen nieuwe mensen te ontmoeten, in nieuwe situaties te raken. Omdat ik koos voor waarachtigheid. Niet bang zijn, voor het juiste. "Ik zie het wel..."
Die onbevangenheid in 2000, daar verlang ik naar. Ik ben een optimist. Zo is de sprankeling de afgelopen tien, twintig jaar niet gekomen vanuit de politiek. Uit instanties, of leiders. De inspiratie voor de toekomst kwam niet vanuit de lieden 'met visie', van veranderdeskundigen en strategische beleidsbepalers. Ook niet van de senior consultants of spindoctors.
Als er een glimlach werd getoverd, een sprankje hoop, een onderhuidse verliefdheid die leidden tot een ongezien sprongetje van blijdschap, dan kwam het van de dwarsliggers uit de kunsten. De creatievelingen, de artiesten. De muzikant. Juf Ank. De abnormalen. Kasteelverbouwers.
Was 2019 de keuze voor liefde en geen angst, 2020 is voor mij magie. Dat waarheid niet altijd zichtbaar is maar wel kan bestaan. Dat iets niet te zien is, maar toch waar kan zijn.
Ik keek kort geleden dit filmpje van Pinkpop 2000 terug. Ik was er niet bij aanwezig. Toch pakken die beelden die onbevangenheid van twintig jaar geleden.
Reacties
Een reactie posten