Schijnbaar vanuit het niets voel ik mij de laatste weken aangetrokken tot oorspronkelijke denkers, initiators. Door mensen die (on) bewust een steen in een vijver gooiden. En daarmee een weg insloegen die nog niet bestond. Was ontdekt. De drie namen? Jung, Pythagoras en Steiner. Alle drie grondleggers. Ik ken de namen, maar niet hun leven. Noch de betekenis die ze gaven aan hun tijd en de onze. Ik deel graag mijn persoonlijke zelfstudie naar het werk en denken van deze drie mannen. Deel 1: Rudolf Steiner.
PASPOORT
Naam: Rudolf Joseph Lorenz Steiner
Geboren: Donji Kraljevec, 25 of 27 februari 1861 – Dornach, 30 maart 1925
Grondlegger van: de antroposofie.
Wat ik weet van....de antroposofie?
Niet veel. Als ik moest gokken: "een visie op het leven waarin respect voor mensen en de natuur voorop staat. Waarin het 'goed doen' voorop staat en waarin gedacht wordt dat alles met elkaar verbonden is. Antroposofie als holistische gedachte." Of misschien is het wel hetzelfde....
Antroposofie?
Antroposofie is een manier van denken die draait om persoonlijke groei en bewustwording. Rudolf Steiner was een Oostenrijkse filosoof en ontwikkelde het denken. Kern van de theorie is het meer willen weten van het mens-zijn. Daarvoor is het belangrijk om het geestelijke in ieder mens te verbinden met het geestelijke in de wereld. Met als gewenst resultaat dat wij, als mensen, 'verantwoordelijk duurzaam' worden.
Volgens Steiner kun je door een combinatie van aanleg en gerichte training het vermogen ontwikkelen om de bovenzinnelijke, niet-materiële wereld waar te nemen. Zijn methode hiervoor wordt vaak aangeduid als innerlijke scholing of spirituele waarneming en is gebaseerd op concentratie, meditatie en morele ontwikkeling. Volgens Steiner helpt deze methode om de diepere realiteit van het leven te begrijpen. Hij geloofde dat de zichtbare wereld slechts een deel van de werkelijkheid is en dat je door geestelijke scholing toegang kan krijgen tot een hogere waarheid. Belangrijk in de antroposofie is dat je als mens bestaat uit een lichaam, maar ook uit een geest en zelfs een ziel. Dit wordt het drieledig mensbeeld genoemd. We vinden de antroposofie praktisch terug in bijvoorbeeld Vrije Scholen, de gezondheidszorg, de kunst, de landbouw en in de architectuur.
Ik merk dat de antroposofie geen doelen of vaste regels/ dogma's heeft. Ik zie wel een ontwikkeling die je als beoefenaar van de methode doormaakt: een andere vorm van waarnemen. Minder oordeel, meer bewust van de ander, misschien meer empathie en een vorm van respect voor ieders eigenheid. Idealiter ontstaat er meer begrip en vrede, vanuit de vernieuwde of verbeterde waarneming.
Waarom is er eigenlijk antroposofie. En wat hebben we er aan?
Antroposofie helpt mensen hun eigen individualiteit te ontwikkelen en bewust om te gaan met de wereld. Het is een manier om innerlijke groei te stimuleren en een diepere verbinding te maken met jezelf, anderen en de samenleving. Maar wat levert dat concreet op?
1. Zelfinzicht en Persoonlijke Ontwikkeling
Antroposofie biedt methoden om jezelf beter te begrijpen. Het leert je onderscheid te maken tussen je ware identiteit en uiterlijke rollen (beroep, status, verwachtingen van anderen). Dit leidt tot meer zelfbewustzijn, creativiteit en autonomie.
2. Verbeterde sociale interactie
Door antroposofie leer je anderen écht te zien, los van vooroordelen of maatschappelijke rollen. Dit leidt tot diepere relaties, meer begrip en samenwerking gebaseerd op vertrouwen in plaats van hiërarchie en regels.
3. Vrijheid en eigen verantwoordelijkheid
In plaats van te handelen vanuit externe regels en structuren, stimuleert antroposofie handelen vanuit innerlijke motivatie. Dit bevordert vrijheid en verantwoordelijkheid: je maakt keuzes die echt bij je passen en bijdragen aan een zinvol leven.
4. Nieuwe manieren van samenwerken
Traditionele samenwerkingsvormen zijn vaak hiërarchisch en structuurgestuurd. Antroposofie stimuleert samenwerking op basis van individuele initiatieven en wederzijds respect. Dit is toepasbaar in organisaties, scholen, zorginstellingen en andere gemeenschappen.
5. Een Breder wereldbeeld
Antroposofie nodigt uit om verder te kijken dan materialistische of deterministische wereldbeelden. Ze laat ruimte voor de ontwikkeling van een diepere, spirituele kijk op de mens en de wereld, zonder dogma’s op te leggen.
Conclusie: Een Praktisch Levensinstrument
Antroposofie is geen abstracte filosofie, maar een praktische methode om het leven bewuster, vrijer en betekenisvoller te maken. Ze helpt bij zelfontwikkeling, sociale relaties, samenwerking en zingeving. Voor wie op zoek is naar meer dan alleen een rationele of materiële kijk op het leven, biedt antroposofie een rijke en ervaringsgerichte weg.
De Steinermethode
Steiner schreef meerdere boeken over hoe je je denken en waarnemen kan trainen. In Hoe verkrijgt men bewustzijn op hogere gebieden?, geeft hij praktische oefeningen om spirituele waarneming te trainen. Zijn uitspraak over dit proces:
In ieder mens sluimeren vermogens, waarmee hij zich inzicht in hogere werelden kan verwerven.
Puntsgewijs bestaat het met name uit deze oefeningen:
1. Concentratie en meditatie
- Door je te focussen op een object, idee of symbool, leer je de gedachten te ordenen en kun je scherper waarnemen.
- Door emotionele balans en zelfbeheersing te ontwikkelen, kun je je openen voor hogere bewustzijnsniveaus. Angst, onrust en afleiding moeten worden losgelaten om zuivere waarnemingen te krijgen.
3. Morele en ethische ontwikkeling
- Eerlijkheid, mededogen en zelfreflectie zijn belangrijk om een zuiver en moreel leven te ontwikkelen, een essentiële voorwaarde om de spirituele wereld te kunnen waarnemen.
4. Actieve verbeelding en denken
- Hij ontwikkelde methodes om de verbeeldingskracht te versterken en niet alleen passief beelden te ontvangen, maar ook actief mee te denken met spirituele inzichten.
5. Systematische herhaling
- Steiner stelde dat iedereen dit vermogen kan ontwikkelen met voldoende training en discipline.
De oorsprong van Steiner zijn werk
De antroposofie gaat dus voor een belangrijk deel over een spirituele wereld, de bovenzinnelijke, niet-materiële wereld. Rudolf Steiner beschreef in zijn autobiografie spirituele ervaringen uit zijn jeugd die bepalend waren voor zijn latere visie. ‘Ik heb altijd geweten dat ik geboren was om iets speciaals te doen,’ zei Rudolf Steiner later over zijn jeugd. Steiners interesse voor het bovennatuurlijke werd versterkt toen hij – naar eigen zeggen – op negenjarige leeftijd zijn overleden tante in een visioen zag.
Een bijzonder moment was zijn eerste kennismaking met wiskunde, die hij als een openbaring zag, omdat het aantoonde dat abstracte waarheden los van de materiële wereld bestaan. Daarnaast had hij een betekenisvolle ontmoeting met een mysterieuze man op een treinstation, die zijn spirituele missie bevestigde. Deze ervaringen vormden de basis voor zijn antroposofische leer.
Rudolf Steiner werd beïnvloed door verschillende filosofische, wetenschappelijke en spirituele stromingen die bijdroegen aan zijn holistische wereldbeeld.
Zijn idee van holisme – het idee dat alles in het universum met elkaar verbonden is en als een geheel moet worden begrepen – was geworteld in diverse inspiratiebronnen:
1. Goethe’s Natuurwetenschap
Steiner bewonderde Johann Wolfgang von Goethe, vooral diens organische en fenomenologische benadering van de natuurwetenschap. Goethe beschouwde de natuur niet als een verzameling losse onderdelen, maar als een levend geheel waarin elk onderdeel zijn plaats heeft. Zijn concept van de oerplant (Urpflanze), een archetypische plantvorm waaruit alle planten zouden voortkomen, was een vroege vorm van holistisch denken. Steiner zag hierin een brug tussen empirische waarneming en spirituele inzichten.
2. Duitse Idealistische Filosofie
Steiner werd sterk beïnvloed door Duitse denkers zoals:
- Georg Wilhelm Friedrich Hegel, die de werkelijkheid beschreef als een dynamisch geheel waarin tegenstellingen samenkomen in een hogere eenheid.
- Johann Gottlieb Fichte, die de actieve rol van het bewustzijn benadrukte in het vormen van de werkelijkheid.
- Friedrich Wilhelm Joseph Schelling, die de natuur en de geest als twee zijden van dezelfde werkelijkheid zag.
Deze filosofen legden de basis voor het idee dat de mens en de natuur niet los van elkaar begrepen kunnen worden, een kernprincipe in Steiners holisme.
3. Theosofie en Westerse Esoterie
Hoewel Steiner zich later van de theosofie distantieerde, nam hij bepaalde ideeën over, zoals het bestaan van verschillende bewustzijnsniveaus en de interactie tussen het fysieke en spirituele. Daarnaast putte hij inspiratie uit de Westerse esoterie, waaronder:
- De Rozenkruisers-traditie, die de natuur als een spirituele werkelijkheid beschouwde.
- De middeleeuwse alchemie, waarin materie en geest als samenwerkende krachten werden gezien.
4. Christelijke Mystiek en Rozenkruisersgedachte
Steiner beschouwde het esoterische christendom als een belangrijke inspiratiebron voor zijn holistische visie. Hij verwees naar figuren zoals Meister Eckhart en Jacob Böhme, die benadrukten dat de goddelijke geest in alles aanwezig is. De Rozenkruisers zagen spirituele groei als een proces van transformatie, een gedachte die Steiner in zijn antroposofie integreerde.
5. Oosterse Filosofieën en Holistisch Gezondheidsdenken
Hoewel Steiner vooral een Westers georiënteerde spirituele wetenschap ontwikkelde, liet hij zich indirect inspireren door Oosterse wijsheden:
- Het boeddhistische idee van karma en reïncarnatie, maar dan in een Westers perspectief geplaatst.
- Het Ayurvedische en Chinese idee dat gezondheid afhangt van de balans tussen verschillende krachten in het lichaam, wat later doorwerkte in de antroposofische geneeskunde.
6. Natuurwetenschap en Organische Denkbeelden
Hoewel Steiner kritisch stond tegenover het puur materialistische wetenschapsbeeld, had hij grote interesse in disciplines zoals biologie en fysica. Hij zag evolutie niet alleen als een biologisch proces, maar ook als een geestelijke ontwikkeling. Zijn visie op biodynamische landbouw was gebaseerd op het idee dat landbouw een samenspel is tussen de aarde, kosmische ritmes en spirituele krachten.
Antroposofie?
Steiner’s holistische denken ontstond door een unieke combinatie van Goethe’s natuurfilosofie, Duitse idealistische filosofie, esoterische tradities en spirituele wetenschap. Hij zag de mens, natuur en kosmos als één samenhangend geheel en probeerde dit inzicht toe te passen in onderwijs, geneeskunde en landbouw. Dit holistische wereldbeeld leeft voort in verschillende antroposofische bewegingen wereldwijd.
Reacties
Een reactie posten